Laatkomers zijn onaangename personen
Tsja, laatkomer, ik weet dat het voor jou niet altijd een pretje is. Dingen op je eigen tempo doen is heerlijk, maar de gezichten van de mensen die je een kwartier geleden zou ontmoeten en op standje donder staan; dat is wat minder. Je wilt je relaties goed houden, maar dat te laat komen lijkt jou in het bloed te zitten! Je wíl niet te laat komen, maar het gebeurt je telkens weer.
Helaas zien degenen die altijd maar op je moeten wachten dat niet zo. Een werkgever zal je waarschijnlijk niet aannemen als je al te laat komt op je sollicitatiegesprek. De trein vertrekt, of jij er nu wel of niet bent. Ook je afdelingsmanager zal je niet blijven matsen als je consequent als laatste de vergaderingen komt binnen geslopen, nadat deze al is begonnen. Vrienden zijn misschien wat meer vergevingsgezind, maar nadat je hen voor de zoveelste keer hebt laten zitten, is de maat bij hen ook vol.
Het is bewezen dat je helemaal niet leuk wordt gevonden door anderen wanneer je altijd maar te laat komt. Het persoonlijkheidskenmerk van chronisch te laat komen wordt namelijk letterlijk gelinkt met ‘een onaangenaam persoon zijn’.
Laatkomers dalen in aanzien
Hoe punctueler je bent, hoe aardiger en gewetensvoller je geacht wordt, zo wordt dit letterlijk beschreven in het onderzoek van de universiteit van Leipzig. Je daalt hoe dan ook altijd in andermans aanzien als je te laat komt en dat werkt altijd in jouw nadeel op lange termijn. Niet alleen door dat oordeel van anderen. Te laat komen is ook slecht voor je, omdat het directe fysieke gevolgen heeft! Een overdosis stress, onder andere.
Telaatkomers hebben standaard meer stress, bewees het onderzoek ‘Punctuality as a Personality Characteristic: Issues of Measurement’ in 1990 al.
Later voegde psycholoog en onderzoekster Pauline Walling daar op basis van eigen onderzoek nog aan toe: Mensen die chronisch te laat komen worstelen vaak met angsten, zijn snel afgeleid, ervaren tegenstrijdige gevoelens en andere interne psychologische staten.
Allemaal feiten die bewijzen dat je eigenlijk helemaal geen laatkomer wilt zijn. Maar waarom zijn we dan toch met zovelen? Maar liefst 1 op de 3 mensen is een laatkomer!
NOOIT MEER TE LAAT TE KOMEN: 3 BEWEZEN TIPS
1 Wees een tijd-pessimist (stop met ‘nog één dingetje doen’)
In de meest positieve omschrijving kun je jezelf als laatkomer het best als ‘tijd-optimist’ beschrijven. Jij schat de tijd die je hebt net iets optimistischer in dan die is; waardoor je dus tijd tekort komt. ‘Tijd-optimist’… Leuk om te zeggen, niet om te zijn. Je kunt namelijk veel beter een ‘tijd-pessimist’ zijn.
Ga er vanuit dat alles langer duurt dan je denkt. Die ene taak die je nog wil doen voordat je vertrekt, de weg naar je afspraak toe, je voorbereiding en daar misschien nog even naar het toilet: overschat de tijd die je nodig gaat hebben. Overschat hem ruim. Laatkomers onderschatten taken namelijk met zo’n 40 procent, zegt dit onderzoek. 40 procent! Dat is geen foutje, maar een royale misser qua tijdinschatting.
Nog héél even dit doen… En dan te laat komen.
Dan kom je er bijvoorbeeld achter dat je helemaal geen tijd hebt om “de planten nog even gauw water te geven…” of “nog héél snel m’n mail checken…”. Een klassieke fout, met garantie op te laat komen.
Organisatie-expert Julie Morgenstern benoemt de klassieke ‘eerst nog één dingetje doen’-fout als volgt:
Ik ben er van overtuigd dat dit een psychologisch gedreven probleem is. Je hebt het gevoel dat je dingen moet doen, dus schuif je er nog één of twee dingen tussen voordat je vertrekt.
Stop dus met die ‘één of twee dingen’ en spreek met jezelf af om zeker 15 minuten te vroeg aan te komen op je afspraak. Dan heb je het waarschijnlijk langer uitvallen van de reistijd en je plasbeurt netjes ingecalculeerd. Resultaat: je komt precies op tijd aan.
Mocht je het idee van daadwerkelijk een kwartier te vroeg aankomen écht niet kunnen uitstaan, zorg dan voor wat nuttig werk of leesvoer om op te pakken in die tijd (met je smartphone of tablet bijvoorbeeld). Zo kun je het misschien wel verkroppen – én kun je nog steeds ‘dingen doen’, zonder dat je te laat komt.
2. Draag een horloge (nee, je smartphone-klok telt niet)
Een horloge kan je redding zijn. Zo’n klein klokje om je pols doet namelijk maar één (belangrijk) ding: jou vertellen hoe laat het is, en hoeveel tijd je dus nog hebt voordat je moet vertrekken. Niets meer en niets minder.
En dát is er juist zo cruciaal aan: dat het alléén dát doet. Je tijd op je telefoon checken gaat namelijk net zo makkelijk, maar die is gemaakt om je met allerlei ditjes en datjes te verleiden tot multitasken. Voor je het weet klik je namelijk op het inbox-icoontje of ben je je WhatsApp aan het checken. En zo zit je alweer ‘één of twee dingen te doen waar je helemaal de tijd niet voor hebt.
Voorkom dus dat je telefoon je verleidt tot allerlei multitask-toestanden en gebruik gewoon je horloge dat maar één ding kan: je vertellen wanneer het tijd is om te vertrekken (15 minuten eerder dan je denkt).
3. Werk aan je geweten (zegt de wetenschap!)
Het spijt me, maar de kans is groot dat je het als laatkomer hebt: een gebrek aan een gezond geweten. Of inlevingsvermogen. Volgens psychologe Susan K. Whitbourne van de universiteit van Massachusetts tenminste. Zij ziet een duidelijke link tussen chronisch te laat komen en weinig inlevingsvermogen hebben.
Telaatkomers zien situaties alleen vanuit hun eigen oogpunt.
De oplossing is voor deze egocentrische instelling is volgens Whitbourne om je empathie (inlevingsvermogen) wat aan te zwengelen. Bedenk je eens hoe het is voor een ander om op jou te zitten wachten.
Plaats jezelf eens in de positie van degene die op je wacht. Hoe zou jij je voelen als je maar nutteloos zit te wachten op iemand die altijd te laat is? Hoe voelt dat? Teleurstellend? Verdrietig? Boos? Eenzaam? Onzeker? – Dat is toch niet wat je wilt voor die ander, of het nu je baas is of een vriend?
Nee, natuurlijk niet. Dus hecht op basis van dát gevoel wat meer waarde aan op tijd komen. Bouw wat geweten op richting de persoon die je laat wachten en richting jezelf. Een extra goed idee, want volgens het eerder genoemde onderzoek ‘Who is late and who is early’ zijn op tijd komers vaak gewetensvolle mensen.
En omgekeerd evenredig zijn gewetensvolle mensen weer punctuele mensen – precies om de hier boven genoemde reden. Ze beseffen hoe het voor anderen is als die op hen zitten te wachten, en willen dat vermijden. Dat kun jij toch ook wel?
Op tijd komen draait namelijk helemaal om op tijd willen komen.
- Voordelen van op tijd komen: er zit niemand op je te wachten, mensen vinden je ‘aangenaam’ en je bent ‘gewetensvol’.
- Nadelen van te laat komen: er zit iemand op je te wachten, je wordt onaardig gevonden en jij zit met een bulk stress.
Auteur: Tessa de Niet[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]